Hoe je glazuren onderhouden

Het kan zijn dat je glazuur na een tijdje niet meer op punt staat en problemen geeft. Als je glazuur niet meer de mooie kleuren geeft of plots begint te druipen, dan is het tijd om dit opnieuw op punt te stellen. Vooral levendige glazuren zijn gevoeliger voor schommelingen in soortelijk gewicht en viscositeit. Het is interessant om een logboek bij te houden met de gegevens van al je glazuren.

Stappenplan

1. goed oproeren

2. soortelijk gewicht meten

3 soortelijk gewicht aanpassen

4 viscositeit meten

5. viscositeit aanpassen

6. glazuurtestjes stoken

soortelijk gewicht

Soortelijk gewicht

De hoeveelheid grondstoffen in je glazuurvloeistof bepaalt het soortelijk gewicht. Door je glazuur te gebruiken of een tijd open te laten staan kan er vocht verdwijnen uit je glazuur. Het is dus belangrijk dat je het na een tijdje opnieuw op punt zet. Is je glazuur wat te dik geworden, voeg nooit zomaar water toe maar meet eerst je soortelijk gewicht.   

De meeste rmnc-glazuren geven het mooiste resultaat met soortelijk gewicht 1,5



meten

Roer je glazuur eerst heel goed op. Weeg een liter glazuurvloeistof. Gebruik een smalle maatcilinder, de foutmarge bij een gewone maatbeker is te groot. Deze liter moet 1,5 kg wegen.

 


aanpassen

Is je glazuur zwaarder, voeg een beetje water toe, roer en weeg opnieuw tot het op punt staat. 

Weegt je glazuur minder, dan heb je waarschijnlijk al eens wat te veel water toegevoegd. Laat de emmer dan een tijd open staan zodat er vocht verdampt. Als het verschil te groot is, kan je het glazuur een tijd laten bezinken om bovenaan wat water weg te scheppen.

viscositeit

Viscositeit geeft de stroperigheid weer van je glazuur. Afhankelijk van je glazuur-ingrediënten is een glazuur vloeibaarder of dikker. Een te dik glazuur geeft druipers, een te lopend glazuur maakt dat de kleuren anders uitkomen. Temperatuur heeft een grote invloed op de viscositeit, daarom kan een dompelglazuur wel wat schommelen in resultaat. Gelukkig kunnen we de viscositeit aanpassen om een consistent resultaat te krijgen.



meten

 Stel eerst je soortelijk gewicht op punt, het heeft namelijk nog invoed op de viscositeit als je water moet toevoegen of weg halen. Als het soortelijk gewicht op punt staat, voeg dan absoluut geen water meer toe aan je glazuur.

Je kan starten met een snelle visuele test. Draai met je borstel door je glazuur tot er een draaikolk ontstaan. Stop met draaien. Stopt ook het glazuur heel snel met draaien, dan is het te dik. Blijft je glazuur lang na-draaien, dan is het te dun. Mijn glazuren draaien nog ongeveer drie toeren na. 

Echt meten geeft natuurlijk een correcter ijkpunt, gebruik hiervoor een viscositeitsmeter. Dit is een soort lepel met een gaat van 4 mm. onderaan. Vul deze meter en tel hoe lang het duurt tot het glazuur stopt met lopen.

De meeste rmnc-glazuren geven het beste resultaat met een melk- tot roomachtige consistentie. Ongeveer 15 seconden met de viscositeitsmeter.



aanpassen

Je soortelijk gewicht is op punt maar je glazuurvloeistof is nog te dik of te dun, dan moet je de viscositeit aanpassen. Nooit extra water toevoegen! 

Verdunnen: 

dolapix | voeg enkele druppels toe aan je glazuur, roer goed en laat even inwerken. Meet je viscositeit opnieuw.

Verdikken: 

epsom-zout | voeg enkele druppels epsom-zout-oplossong toe aan je glazuur, roer goed en laat even inwerken. Meet je viscositeit opnieuw.


      epsom-zout-oplossing: vul een bokaal met 50ml warm water, voeg 65gr epsom-zout toe, sluit de bokaal en schud goed zodat het zout bijna volledig oplost. Gebruik de vloeistof en niet de kristallen die op de bodem blijven. 

Winkelmandje

    Uw winkelmandje is leeg

    Misschien vindt u dit ook interessant ...